Cogito voraginis


Het menselijke leven is morsig en onbeduidend, het menselijke bewustzijn vol eigenwaan, het menselijke denken in illusies gevangen. Verzet tegen de eindigheid is vruchteloos, verlangen naar vrijheid onvervulbaar, universeel weten schijn. Wie zoekt naar de eeuwigheid, het absolute, de diepste waarheid, vindt eenvoudig leegte.
Dit is de filosofie van de afgrond: cogitatio voraginis.  

 *

Voor onze scepticus is er eenvoudig de schoonheid, gelegen in de ordening van de dingen. Onze scepticus zoekt niet naar de grond van de schoonheid. De schoonheid is de troost van het verstand; verder is er leegte. 

*

De sceptische hartstocht berust op de evidentie van het bijzondere. 


Erkenning van het absurde betekent niet: berusting. Erkenning van het absurde is een daad van het verstand die de hartstocht onverlet laat. 

*

De sceptische hartstocht heft het absurde niet op.  De sceptische hartstocht is een 'Ik kan en wil niet anders' in het volle besef van het absurde. 

*

De scepticus zoekt niet naar zin waar hij absurditeit ontwaart. Toegegeven, bij tijd en wijle begroet ook hij wel eens met tegenzin de nieuwe dag – niets menselijks is hem vreemd – maar doorgaans ziet hij deze absurditeit opgeruimd onder ogen. De zinloosheid van het bestaan stemt de scepticus niet treurig. Integendeel, het is de frustratie van ongerechtvaardigde verwachtingen die een 'sluier van zwaarmoedigheid' over het leven van de dogmatische mens uitspreidt: treurnis om het onvolmaakte, de vergankelijkheid, het kwaad, de mislukking van hoge idealen, enzovoort, enzovoort. 
De scepticus proeft daarentegen de schoonheid van het 'iets uit niets': dat al het grootse in het leven zelf geen diepere grond behoeft en niet met een bedoeling is geschapen, maar dat het in zijn verrassende complexiteit voortkomt uit de eenvoud van een handvol elementaire deeltjes en een handvol elegante wiskundige formule: uit golven, velden en constructies van het verstand, dus eigenlijk uit niets. 

*

De leegte lichtvoetig verbeelden is hoge kunst.


- -


uit: Van de afgrond en de troost: leidraad voor een sceptische levenswandel, Henri Oosthout, Pelckmans, 2012