Drie zkv's


Snapshot 

Station Praha Holesoviče bleek een klein station voor een grote stad. Veel tocht, lange gangen en weinig volk. Alles zag eruit alsof het van beton moest zijn en geen kleur mocht hebben. In de centrale hal stond een man propjes te vegen. Hij veegde zo langzaam dat ik een foto van hem wilde maken. De man droeg een werkoverall van stugge, blauwe stof. Ik aarzelde een moment en herinnerde me dan waarom ik geen fototoestel meer bij mij droeg. De man veegde onverstoorbaar verder. Hij had nog werk te doen.


°

Doekje voor het bloeden
 
Er komt bloed uit Johans oor. Het is drie uur ´s nachts, hij belt de alarmcentrale.
'Wat is er gebeurd?' wil een stem aan de andere kant weten.
'Weet ik niet, bloed uit mijn oor.'
'Weet u niet?' 
Johan kreunt. 'Bloed uit mijn oor.'
'Wat is er gebeurd, meneer?' 
Johan denkt na, maar weet niets te zeggen. Dan mompelt hij: 'Een pukkel opengekrabd, misschien'.
Even is het stil aan de andere kant van de lijn. Johan vraagt wat hij nu moet doen. Het blijft het stil. 
'Wat nu?' vraagt Johan met een van de pijn piepende stem. 
'Dóórgaan met krabben!' valt de persoon aan de andere kant plots uit. En dan: 'Deze lijn is voor spoedgevallen. Dá-hag meneer!'
           Johan probeerde nog zijn hand naar zijn oor te brengen. Het mocht niet baten.


°

Mon 

Mon is een zwart konijn. Hij is er één van drie. Van Mik, Mak en Mon zoals hun illustere drietal heette, is hij de enige die het gered heeft. Mon heeft een halve neus en een snorbaard en graaft gangen god-weet-waar-naartoe. Een huisje heeft hij ook. En een door een hekwerk afgeperkt domein van drie-en-halve meter in het vierkant. Hij heeft geen vrouwtje, nog niet.

Als Mon andere konijnen ziet, wordt er gevochten tot de neusjes erbij hangen en de straat met plukken vacht bezaaid ligt. Om maar te zwijgen van al het bloed wat daar bij vloeit. Mon knabbelt graag aan verse groentjes en pisbloemen. Hij is getraumatiseerd van al het vechten. Die kattenuithalen naar zijn neus door collegakonijnen, in wat voor wereld leven we?

Mon keutelt op een hoop in de hoek van zijn domein. Voor een konijn van drie jaar oud heeft hij al erg veel grijze haren. Geen cavia die iets van hem snapt. Een bezienswaardigheid, zou je zeggen. Maar wie Mon wil zien, moet geluk hebben. Meestal geeft hij niet thuis als je bij hem aanklopt. Of hij sprint weg als er iemand aankomt. We leven toch zeker niet in een dierentuin!, schijnt hij te denken. Daar heeft hij natuurlijk wel een punt. 

Mon is fier een bijzonder wijs konijn te zijn. 

- -


Drie zkv's, Jean-Luc van IJperen